Artiest: Woody Guthrie
Auteur: Woody Guthrie
Label: Smithsonian acetate
Jaar: 1944

Geschreven (in 1940) als reactie op het over-patriotische God Bless America van Irving Berlin. Oorspronkelijk met een paar kritische strofen omdat tijdens de Depressiejaren niet alles koek en ei was voor iedereen in het Beloofde Land. Eén van die strofen, een aanzet om privé grondbezit niet langer te respecteren, is nog te horen in deze oudst bewaarde versie (opgenomen voor Moses Asch), maar is weggelaten op de vertrouwde versie voor Decca in '52 (Guthrie's eerste officiële release was op een 10" voor Folkways in '51). De melodie nam Woody over van de gospel (What You Gonna Do) When The World's On Fire (zie daar), die ook gebruikt werd voor Little Darling, Pal Of Mine van de Carter Family. Zoals wel vaker in folkkringen maakte ook Woody dapper gebruik van bestaande melodieën waarop hij dan een nieuwe tekst bedacht. Niets op tegen natuurlijk, liedjes die voor het volk bestemd zijn zingen nu eenmaal gemakkelijker als de melodie al gekend is, denk maar aan alle karamellenverzen tijdens verjaardagspartijtjes, studentendopen en eindejaarsrevues.

De song werd als thema gebruikt tijdens de campagne voor het presidentschap van de democratische kandidaat George McGovern in 1972.