Artiest: Lead Belly
Auteur: Bob Yellin/John Herald/Ralph Rinzler
Label: Victor
Jaar: 1940
Met het Golden Gate Quartet.
Covers:
Woody Guthrie [eigen lyrics en melodie; naast een meer orthodoxe versie samen met A.L. Lloyd, Ewan MacColl & Roy Harris]
22 & Group [Lomax opname in Parchman]
Jacques Jay et ses Joyeux Saltimbanques [als Laiss' tomber Joe]
A.L. Lloyd [als Skewball, met Steve Benbow op gitaar]
Ed Lewis & prisoners [Lomax opname in Lambert State Pen, MS]
Greenbriar Boys [eigen melodie die school maakte binnen folk-kringen]
Joan Baez [geven credits aan de Greenbriar Boys]
Chad Mitchell Trio [als Stewball & Griselda]
Hollies [idem]
Hugues Aufray [vertaald door Pierre Delanoƫ]
John Lennon & Yoko Ono [gebruikten fors de Greenbriar Boys versie in Happy Xmas (War Is Over); zie ook: Pledging My Love]
Martin Carthy [als Skewbald]
Andy Irvine & Paul Brady [als The Plains Of Kildare]
Patrick Street [als Stewball And The Monaghan Grey Mare; met Andy Irvine]
Calexico [idem]
Alanis Morissette [als Happy Xmas]
Ierse origine, paardenliefhebbersnatie bij uitstek. Gaat over een paardenkoers in Co. Kildare in 1790, gewonnen door het gevlekte paard Skewbald, een uitgesproken underdog. Een gevlekt paard wijst op onzuiver ras en dat zoiets won was ongehoord. Volgens Martin Carthy kwam dat paard bovendien uit Amerika (New England). De zwakke (arme) die het van de vermeende sterkere (nobele) haalt, daar worden songs over geschreven. Sprak tegelijk tot de verbeelding van bookmakers en menige prison chain-gang. De Lomaxen, Osters & Evansen sprokkelden heel wat versies her en der in the South. Ook Bill Monroe's bluegrassklassieker Mollie And Tenbrooks (ook over twee paarden) gaat hier op terug.
Nieuwe suggesties, aanvullingen en/of correcties kunnen steeds per post of via e-mail naar onderstaand adres verzonden worden:
Arnold Rypens
Rozenlaan 65
B-2840 Reet (Rumst)