Artiest: Peetie Wheatstraw
Auteur: Peetie Wheatstraw
Label: Vocalion
Jaar: 1930
Achteraf ook als King Of Spades ('35). Zie ook: I'm A Steady Rollin' Man en Terraplane Blues.
Covers:
Robert Johnson [als Little Queen Of Spades]
Robert Jr. Lockwood [idem]
John Mooney [idem]
Peter Green & Nigel Watson [idem]
Eric Clapton [idem]
Hoewel het songbook van Robert Johnson geroemd wordt als de Graal van de Blues, het repertoire aller deltabluesrepertoires, toch was ook hier enige beïnvloeding nooit veraf. Er verscheen ooit een lp op Yazoo, The Roots Of Robert Johnson, die wees op die beïnvloeding, zodanig zelfs dat je op den duur ging twijfelen of heel die Robert Johnson al die lof en aandacht wel verdiende. Het zit hem echter in de manier waarop met die beïnvloeding werd omgesprongen, zijn absorbeervermogen, zijn sublimeervermogen. Het is vaak nauwelijks voor te stellen dat hij daar helemaal alleen zat te spelen. Robert Johnson kwam uit Mississippi, dus zou je denken dat de meeste van die invloeden daar werden opgedaan. Toch had hij op de een of andere manier ook iets met St. Louis, een heel stuk stroomopwaarts. St. Louis was een grote stop noordwaarts voor emigrerende bluesmuzikanten uit the South; het was maar eerst toen St. Louis verzadigd raakte dat Chicago aan de beurt kwam. De bluesboom in St. Louis situeert zich heel wat vroeger dan die in Chicago; sommige muzikanten hadden daar zelfs hun piek nog vóór Robert Johnson zijn opnamen maakte. Een van die St. Louis bluesmen van invloed op Robert Johnson was Peetie Wheatstraw, bijgenaamd The Devil’s Son in Law. Reden genoeg om ook Robert Johnson verwant te noemen.
Nieuwe suggesties, aanvullingen en/of correcties kunnen steeds per post of via e-mail naar onderstaand adres verzonden worden:
Arnold Rypens
Rozenlaan 65
B-2840 Reet (Rumst)