Artiest: Screaming Jay Hawkins
Auteur: Jay Hawkins/Herb Slotkin
Label: Grand
Jaar: 1955
Tweemaal uitgeprobeerd als een romantische bluesballad voor Grand Records in Philadelphia. Coauteur Herb Slotkin was de baas van dat kleine label. Die eerste one track tape bleef bewaard. In september '56 heropgenomen in de bekende waanzinnige walsversie voor Okeh, met een ladderzatte Sam "The Man" Taylor op sax en Mickey Baker op gitaar. Het demonische slot werd achteraf ingekort. Wil je het geviseerde staartje erbij horen, dan kan dat op de Edsel-lp Stewed Moonbeams In Wavy Gravy en op de cd Cow Fingers And Mosquito Pie (Epic). Eigenlijk is zijn Okeh-versie bijna een parodie op zijn originele, een beetje zoals een Spike Jones daarmee zou omspringen.
Covers:
Nina Simone [invloedrijker dan Hawkins; net als bij House Of The Rising Sun kwam haar versie eerder uit dan de Britse invasie]
Alan Price Set [toen hij pas The Animals verlaten had]
Caterina Caselli [als Puoi Farmi Piangere]
Gants Blancs [als Pourquoi j'ai cru en toi]
Nicoletta [als Ça devait arriver]
Creedence Clearwater Revival [n°3 NL in '72]
Sextons [als Je pense à toi]
Bette Midler [in film Hocus Pocus]
Bryan Ferry [de meeste versies als intens liefdeslied]
Marilyn Manson [en in David Lynch-film Lost Highway]
Jools Holland [met David Gilmour en Mica Paris]
Jeff Beck [met Joss Stone]
Screaming Jay was een voormalig bokskampioen uit Cleveland, Ohio en ooit lid van Tiny Grimes & His Rocking Highlanders, een zodanig weird jumpbluesgezelschap dat ze in kilt optraden. Dit ging zelfs Jay Hawkins te ver. Die verkoos toen het solopad met een voodoo-act, compleet met doodshoofd, doodskist en cape.
Nieuwe suggesties, aanvullingen en/of correcties kunnen steeds per post of via e-mail naar onderstaand adres verzonden worden:
Arnold Rypens
Rozenlaan 65
B-2840 Reet (Rumst)