Cover van WRECK OF THE SOUTHERN OLD 97 in 1924 - n°1 US in '25 als Wreck Of The Old 97; met op de B-kant: The Prisoner's Song, de verrassingshit die de platenindustrie ervan overtuigde dat er ook geld te rapen viel met hillbilly music; door die hit kwamen ook verongelijkte rechtenclaimers uit de kast: David Graves George beweerde de oorspronkelijke trainwrecksong geschreven te hebben; Whitter (the original) had zijn rechten aan de publishing company van Fred Hager doorverkocht; bleef de vraag: wie schreef Whitters verzen in Dalharts hit? Noell of George? Er werd uitsluitsel gevraagd aan Robert Winslow Gordon, voorganger van de Lomaxen in het Archive of Folk Culture binnen het Library of Congress en auteur van een reeks columns: Old Songs That Men Have Sung; Gordon getuigde dat Dalhart de Whitter-opname als bron had gebruikt en dat Whitter op zijn beurt op de Noell-lyrics voortging; chemische ontleding van de inkt waarmee George zijn zogezegde oorspronkelijke ballad had geschreven kon niet uit 1903 dateren, die leek zelfs gloednieuw; 12 jaar bleef de zaak aanslepen maar uiteindelijk hoefde Victor geen cent af te staan aan David Graves George