Artiest: Sieur De Dietrich
Auteur: Claude-Joseph Rouget de Lisle
Jaar: 1792
Kort na de oorlogsverklaring aan Oostenrijk in 1792 en het afficheren in Straatsburg van een mobilisatieoproep die opende met de woorden: "Aux armes, citoyens, l'étendard de la guerre est déployé". Geschreven op vraag van de burgemeester van Straatsburg, die het betreurde dat er zo niets bestond als een nationale patriottische hymne. Kapitein Rouget de Lisle, die de naam had poëet en muzikant te zijn, kreeg de opdracht en schreef dit in één nacht (24/25 april 1792), terwijl het Pruisische leger zijn manschappen gevangenhield, vandaar die oproep om het vaderland te verdedigen "tegen woeste buitenlandse veroveraars die de keel van onze zonen en medestanders komen oversnijden" en om "de Franse grond te doorweken met het onzuivere bloed van de vijand". Zodra het lied af was, zong diezelfde burgemeester (De Dietrich) het meteen in publiek bij wijze van try-out. Door de onverklaarbare energie die toen vrijkwam was de reputatie van de nieuwe hymne snel gemaakt. Kort nadien werd het al uitgegeven in Marseille, van daaruit raakte het verspreid en ook daaraan dankte het zijn uiteindelijke titel. Het Musée de la Marseillaise in Marseille heeft de oudste opname, uit 1895 in New York, naast 600 andere uitvoeringen. Ook de Peruviaanse nationale hymne (Somos libres, seámoslo siempre) bevat een stukje Marseillaise (1821).
Covers:
Député Mireur [twee maanden na Straatsburg, op een banket in Marseille als Chant de Guerre aux Armées des frontières sur l'air de Sargines (wat een opera van Delayrac was uit 1788), kort nadien uitgegeven in Marseille en verspreid binnen vrijwilligerskringen uit die stad en die met z'n 500 naar Parijs marcheerden]
Chéron [in de Opéra de Paris als Marche des Marseillais; Franse nationale hymne als La Marseillaise vanaf 1795 per decreet van 26 Messidor van het Jaar III, na een overwinning in de Savoie; als subversief aanzien tijdens het Empire en de Restauratie, opnieuw symbool van eenheid vanaf 1879]
Jean Baptiste Vauthier [als La Marseillaise des Belges]
Rosa Bordas [bovenop de barricades van la Commune]
Albert Ayler [thema in Spirits Rejoice; klutst de Marseillaise daarin tot mayonaise]
Beatles [aan het begin van All You Need Is Love]
Serge Gainsbourg [als Aux Armes et caetera; in '81 kocht Gainsbourg op een veiling een van de twee bestaande originele manuscripten van de 'Marseillaise' voor 135.000 FF, waarop het tweede refrein niet volledig is uitgeschreven; in de plaats daarvan staat er: Aux armes et caetera...; in zijn tweede Gainsbourg-boek Parcours Gainsbourg (Epo - '17) delft auteur Rudolf Hecke een tweede toevalligheid op: Lucien Ginsburg is als pianist ontdekt (en noemt zich vanaf dan Serge Gainsbourg) in de Milord l'Arsouille, een cabaret op nr 5, rue de Beaujolais in het Premier Arrondissement in Parijs, ondergebracht in hetzelfde gebouw waar de Marseillaise in 1792 voor het eerst publiek gezongen is]
Yannick Noah & Urban Tribu [als Oh Rêve]
Antoine Capella [in gekuiste versie met vredevolle en broederlijke strofen in plaats van de barbaarse taal van de oorspronkelijke Marseillaise]
Yves Leterme [ervan overtuigd de Brabançonne aan te heffen op weg naar het Te Deum, aangesproken door journalist Christophe Deborsu; Belgische blooper van de eeuw]
Dat Rouget de Lisle dit in één nacht schreef werd vergemakkelijkt door zich te behelpen met een bestaande melodie! De muziek is immers geïnspireerd door die van Stances sur la calomnie aan het begin van Esther, een oratorium van Jean-Baptiste Grisons, kapelmeester in Saint-Omer van 1775 tot 1787. Esther is minstens vijf jaar ouder dan de Marseillaise. Er zijn er ook die beweren dat Mozart voor inspiratie zorgde: luister naar de Tweede Beweging van zijn 25ste Concerto voor Piano (na 1:30 en 6:58). Mozart overleed in 1791 al kunnen hij, Grisons én De Lisle evengoed hebben afgekeken van Tema e Variazioni in Do Maggiore van Giovanni Battista Viotti uit 1781, een violist en componist uit de Piëmont.
Nieuwe suggesties, aanvullingen en/of correcties kunnen steeds per post of via e-mail naar onderstaand adres verzonden worden:
Arnold Rypens
Rozenlaan 65
B-2840 Reet (Rumst)