Covers:

1928:

Moises Simons Orch. [Cubaans dansorkest uit de tijd toen Havana nog een fuifstad was voor gegoede Amerikanen; uit zijn revue Cubanola]

1928:

Miguel De Grandy

1929:

Trio Matamoros

1930:

Cuarteto Machin

1930:

Vincent Lopez [de eerste als The Peanut Vendor]

1930:

Don Azpiazu & His Havana Casino Orch. [Cubaan in New York; idem, de eerste die er een hit mee had (n°1 US voor Victor); Engelse woorden van zijn schoonzus Maria Sunshine van vaudeville-duo Tempest & Sunshine; zang: Antonio Machin; basis van de wereldwijde rumba-craze dankzij Ralph Peers betrokkenheid bij al wat uit Zuid-Amerika kwam]

1930:

Louis Armstrong [idem]

1931:

Duke Ellington [idem]

1931:

California Ramblers [idem]

1931:

Red Nichols [idem]

1931:

Lawrence Tibbett [in film Cuban Love Song]

1933:

Marx Brothers [in film Duck Soup]

1935:

Xavier Cugat

1938:

Rosita Serrano

1940:

Miguelito Valdés & Orq. Casino de la Playa

1941:

Lecuona Cuban Boys

1947:

Desi Arnaz

1948:

Perez Prado

1954:

Judy Garland [in film A Star Is Born]

1958:

Johnny Pacheco

1960:

Chet Atkins

1960:

Stan Kenton

1961:

Alvin Tyler [op Ace]

1962:

Charlie Palmieri

1962:

group of children [Alan Lomax-opname in La Plaine (Dominicaanse Republiek) als Early In The Morning, waarbij hij zich afvraagt of Moises Simons zich oorspronkelijk niet zou laten inspireren hebben door een gelijkaardige groep kinderen ergens op zijn Cuba]

1963:

Mongo Santamaria

1964:

Skatalites

1964:

Bola de Nieve

1994:

Jazz Jamaica [als P. Vendor]

1997:

Brave Combo

1998:

Cuarteto Patria & Manu Dibango [Eliades Ochoa van het Cuarteto Patria was zelf ooit manisero ("La vida cotidiana es una cançión")]

1998:

Bobby Carcasses

2001:

Nicholas Payton

2001:

Tattoo Del Tigre

2001:

Fredy Omar